Als themamanager ‘Education’ koppel ik de Agenda Bewuste Bestemmingen (ABB) van CELTH aan het onderwijs. De uitdagingen waar we in het gastvrijheidsdomein voor staan zijn belangrijk voor studenten om te begrijpen. Maar andersom, zijn die studenten minstens zo belangrijk voor het aangaan van die uitdagingen. Deze jonge mensen kunnen makkelijker ‘oude ideeën’ loslaten en daarmee met iets nieuws komen. Dit is vandaag de dag harder nodig dan ooit.
Zelf ben ik al een slordige 20 jaar docent bij de academie voor toerisme van Breda University of Applied Sciences (BUas). Maar ik ben op het moment enigszins de weg kwijt. Toen ik begon was toerisme vooral iets leuks; ik was één van de weinige docenten die studenten met hun neus op de negatieve kant van toerisme mocht drukken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan hoe de inkomsten van toerisme weglekken uit een bestemming, gentrificatie of commodificatie door toerisme. Ik vond dat eigenlijk wel leuk. Als ik dat deed zag ik jonge mensen wakker worden en vechtlust ontstaan. Maar het is duidelijk dat dat nu niet meer werkt. Als ik in mijn les iets negatiefs probeer aan te stippen, verlies ik mijn klas. Ditzelfde mechanisme zie ik ook terug als ik ergens anders een gastcollege geef, zoals laatst bij Stenden. Ik probeerde de relevantie en complexiteit van de thema’s van de Agenda Bewuste Bestemmingen van CELTH uit te leggen. En ik voelde de energie in de klas wegzakken en dat was géén desinteresse in bestemmingsmanagement. Nu is complexiteit altijd al iets waar studenten van ‘uit’ gingen, zeker als het te abstract bleef, maar nu lijkt complexiteit regelrecht te ontmoedigen, zeker als het gepaard gaat met de minder mooie kant van toerisme. Terwijl ik wél wil dat ze de moeilijke randjes en rafelrandjes van toerisme ook begrijpen. Zelfs in onderzoeksprojecten zie ik dit ‘verlammen’ terug. Ook onderzoeksrapporten moeten vooral positief zijn, anders komt de boodschap niet binnen bij professionals en beleidsmakers. Ik begrijp dat wel, ook ik overweeg wel eens om de krant niet meer te lezen en me meer als een struisvogel te gedragen en het rotgevoel te vermijden.
Toch baal ik ervan. Ik wil zowel het prettige als het ongemakkelijke bespreken. Het één lijkt mij niet zonder het ander te kunnen. Als we niet begrijpen wat er misgaat en hoe dat allemaal samenhangt, is het toch ook lastig om het beter te doen? Het lijkt me dat we het beest in de bek moeten kijken en daarmee ook de hele realiteit onder ogen moeten zien. Met ‘hele’ bedoel ik niet alleen het lelijke, maar ook het mooie. Als ik doorvraag waarom studenten het zo lastig vinden om het te hebben over de problemen (of nee, sorry: ‘uitdagingen’) in het toerisme, is het niet dat ze de noodzaak ervan niet erkennen. Ze zeggen het niet te willen horen, er niet aan herinnerd te willen worden. ‘Te ontmoedigend ‘was de boodschap. Daar verlam ik zelf dan weer van, maar ja, daar hebben zowel zij als ik ook niets aan.
Ik ben dus op zoek naar een nieuwe aanpak en handelingsperspectief, voor zowel mezelf als mijn studenten oftewel de toekomstige ondernemers, managers en beleidsmakers. Het idee van ‘actieve hoop’ spreekt me aan. Actieve hoop gaat over de bereidheid om krachten in onszelf en de ander (zoals de studenten) te ontdekken (Macy en Johnstone, 2023, p.51). Kracht is daarbij ook liefde. Dit betekent dat ik nu ook op ontdekkingstocht ben naar wat dan mijn kracht is, zodat ik studenten daar ook beter bij kan ondersteunen. Zo ook het erkennen dat de transities waar we voor staan, pijn doen, lijkt me helpend. Zoals Angela Stoof mooi uitlegt in haar boek Perspectief; ten eerste de pijn de we voelen bij het bewust worden van de problemen zoals klimaatverandering, ten tweede de pijn die we gaan voelen als we daadwerkelijk moeten veranderen (bijvoorbeeld minder vlees en minder vliegen) en als bonus komt daarbij de pijn die we ervaren omdat niet iedereen het met elkaar eens is over de oplossing. (Stoof, 2024: p. 30). Dit helpt mij om milder te zijn naar mijn studenten die op slot gaan. Bovendien geeft het simpelweg uitspreken dat deze pijn bestaat, ook ruimte aan de student om deze pijn er te laten zijn. Daarnaast heb ik geleerd van het lesgeven bij Performatory (social innovation) over de kansen die ‘liminaliteit’ biedt: Ja, we zitten in een rare fase waarin we beseffen dat het oude niet meer werkt, een fase vol met ongemak en verwarring. Maar dat is ook een fase van waaruit gecreëerd kan worden. Complexiteit betekent niet alleen dat het moeilijk is, maar ook dat er meerdere ingangen voor verandering zijn. Dit mag voor zowel docent en student hoopvol zijn.
Ik heb beide boeken nog niet uit, maar ik begin plezier in mijn zoektocht te krijgen. Ook ik, als docent én als onderzoeker ga door een transitie. Hopelijk draagt deze bij aan het ondersteunen van studenten die ook zelf moet uitzoeken hoe zij zelf omgaan met ‘the good, the bad and the ugly” in het gastvrijheidsdomein.
Ellen de Groot
Themamanager Education
Bronnen:
Macy, J., & Johnstone, C. (2023). Active hope: How to face the mess we're in with unexpected resilience and creative power (Revised edition). New World Library.
Stoof, A. (2024). Perspectief: Hoop houden en verschil maken in een wereld vol verandering. Zilt.